In een economische context waar de obligatierendementen op lange termijn geen al te aantrekkelijke rendementsperspectieven bieden, zien we een groeiende belangstelling voor groepsverzekeringen die in 'tak 23' worden beheerd. Wat betekent dat concreet en wat zijn de gevolgen voor jou als werknemer?
Vandaag worden de meeste groepsverzekeringen beheerd in 'tak 21'. Dat betekent dat de premies - die je werkgever betaalt voor de opbouw van het pensioenkapitaal dat je ontvangt bij je pensionering - worden belegd bij een verzekeraar die een rente waarborgt op die premies, die dan eventueel wordt vermeerderd met een winstdeelneming.
Tak 21 wordt voornamelijk gekenmerkt door 'defensieve' beleggingen, meestal in obligaties van de eurozone. Men behaalt met die beleggingen niet altijd het nodige rendement voor de financiering van de groepsverzekeringen. Met de rendementen van dergelijke beleggingen kan nog amper de minimale drempel (momenteel 1,75%*) worden behaald die aan de werkgever wordt opgelegd door de Wet op de Aanvullende Pensioenen.
Als er bij de betaling van het pensioenkapitaal bijvoorbeeld een tekort wordt vastgesteld in het rendement ten opzichte van minimale drempel, dan moet de werkgever dat bijpassen. Het mag dus niet verbazen dat sommige werkgevers op zoek gaan naar mogelijke alternatieven, waaronder het beheer van groepsverzekeringen in tak 23 of een hybride beheer (een mix van tak 23 en tak 21).
Tak 23 of tak 21, waarover gaat het?
Het belangrijkste verschil zit in de waarborgen die de verzekeringsmaatschappij aan de werkgever biedt in het kader van het beheer van de groepsverzekeringen.
In tak 21 waarborgt de verzekeraar een rente, die mogelijk kan worden vermeerderd met een winstdeelneming. Dat is de zogenaamde 'resultaatsverplichting' van de verzekeraar. Bij deze aanpak zijn de risico's beperkt, met als gevolg dat de financiële rendementen doorgaans ook beperkt zijn.
In tak 23 daarentegen biedt de verzekeraar geen gewaarborgde rente of kapitaal meer, aangezien er wordt belegd in gediversifieerde beleggingsfondsen, voornamelijk in aandelen en obligaties. Dat is de zogenaamde 'inspanningsverplichting' van de verzekeraar. Bij deze aanpak zijn de risico's groter, met als gevolg dat de mogelijke financiële rendementen interessanter zijn (waardoor onder andere beter kan worden ingespeeld op de inflatie).
Is tak 23 wel geschikt om groepsverzekeringen te beheren?
De 3 basisbeginselen om te beleggen in tak 23, die tegelijkertijd de potentiële risico's zo goed mogelijk beheersen, lijken goed overeen te komen met de kenmerken van groepsverzekeringen.
Over welke principes gaat het?
-
Beleggingen op lange termijn
Het is onmogelijk om exact te voorspellen hoe de financiële markten in de toekomst zullen evolueren. Daarom is het belangrijk om in het kader van beleggingen te kiezen voor een aanpak op lange termijn. Als we de evolutie van de financiële markten door de jaren heen bekijken, dan zien we dat financiële risico's doorgaans kleiner worden op lange termijn. - Recurrente beleggingen
Er vinden voortdurend schommelingen plaats op de financiële markten, zowel naar omhoog als naar omlaag. Door de stortingen te spreiden in de tijd, kunnen de schommelingen op de financiële markten gedeeltelijk worden afgevlakt. Wanneer de prijzen laag liggen, kunnen er immers meer aandelen van een beleggingsfonds worden aangekocht, en het omgekeerde geldt wanneer de prijzen hoger liggen. Deze aanpak zou op termijn logischerwijze moeten zorgen voor een daling van de gemiddelde kostprijs van uw beleggingen. - Kiezen voor diversificatie
Het basisprincipe van diversificatie kan als volgt worden samengevat: 'leg niet al je eieren in dezelfde mand'. Financiële diversificatie is een mechanisme waarbij het risico in een portefeuille zoveel mogelijk wordt beperkt door zo gevarieerd mogelijk te beleggen. Bij een dergelijke aanpak wordt het effect van beleggingen met een dalende waarde dus gecompenseerd door beleggingen met een stijgende waarde.
* De wettelijke rendementsgarantie geldt voor de premies die door de aangeslotene worden gestort, ongeacht het type plan, en voor de premies die door de werkgever worden gestort in het kader van pensioenplannen van het type 'vaste bijdragen'.
Meer info hierover